Hoe werkt een AED?

Een AED is een Automatische Externe Defibrillator. De afkorting komt is oorspronkelijk van engelse betekenis wat staat voor "Automated External Defibrillator" wat een draagbaar toestel is dat wordt gebruikt bij een persoon met een circulatiestilstand, waardoor op een geautomatiseerde manier een elektrische schok wordt toegediend, met als doel het hart weer in een normaal ritme te brengen.

De AED is te verkrijgen in verschillende varianten waarvan hieronder een aantal voorbeelden:

aed-modellen-650

Werking van een AED

Een AED bestaat onder andere uit een microprocessor en elektroden. De elektroden verzamelen informatie over het ritme van het hart, welke informatie door de microprocessor wordt geïnterpreteerd. Als er sprake is van ventrikelfibrillatie of ventrikeltachycardie, adviseert de microprocessor een schok om het hart te defibrilleren. Met toediening van de elektrische schok wordt getracht het myocard (hartspierweefsel) te depolariseren (ontladen), om zo de sinusknoop weer de kans te geven de controle over het hartritme terug te krijgen, waardoor het hart weer in een normaal ritme gaat kloppen.

Toepassing

kloppend-hartBij personen met een circulatiestilstand, is het van belang dit zo snel mogelijk te herkennen en zo snel mogelijk hulp te bieden. Deze hulp wordt de keten van overleven genoemd en bestaat uit:

  • zo spoedig mogelijk alarmeren via 1-1-2;
  • zo spoedig mogelijk starten met Basic Life Support;
  • zo spoedig mogelijk een AED inzetten (zo nodig defibrilleren);
  • zo spoedig mogelijk Advanced Life Support (uitgebreide medische hulp) verlenen.

Doordat een AED een eenvoudig te bedienen automatisch toestel is, is het nu mogelijk dat defibrilleren niet uitsluitend door de professionele hulpverleners kan worden uitgevoerd, maar ook door andere (opgeleide) personen. Op een AED zitten meestal slechts twee knoppen. Eén om het toestel in te schakelen en één om een schok toe te dienen. Na het aanzetten zal het toestel de hulpverlener door middel van gesproken instructies begeleiden. Het zal de hulpverlener vragen om de elektroden op de borst van het slachtoffer te plakken en het zal nadien automatisch een analyse van het hartritme maken. Stelt het toestel vast dat er sprake is van ventrikelfibrilleren of ventrikeltachycardie, dan zal een elektrische schok worden geadviseerd en zal het de hulpverlener instrueren om deze toe te dienen. Vervolgens gaat men weer door met thoraxcompressies en beademen (Basic Life Support).

video-aed
Instructie video